Veel vrouwen krijgen tijdens hun zwangerschap of na de bevalling te maken met klachten rondom het bekken (bekkenpijn) in de lage rug en benen. Meestal verdwijnen deze klachten na de bevalling, soms blijven ze langer bestaan. Bekkenpijnklachten zijn meestal niet continu aanwezig maar treden op na (te) lang aanhouden van een houding of beweging zoals staan, lopen en zitten. Andere kenmerken van bekkenpijn zijn startpijn en napijn. Dit kan flinke beperkingen geven in het dagelijkse leven.
Verder kunnen er tijdens of na de zwangerschap problemen ontstaan op het gebied van plassen en ontlasten. Weinig vrouwen durven deze klachten, meest uit schaamtegevoelens, bij hun huisarts, verloskundige of gynaecoloog te vertellen.
In veel gevallen zijn de klachten terug te voeren op het niet goed functioneren van de bekkenbodemspieren en daar is iets aan te doen.

Het bekken en bekkenpijn

Het bekken bestaat uit drie botstukken: twee bekkenhelften en een heiligbeen. De verbindingen worden gevormd door 3 gewrichten: twee SI-gewrichten aan de achterzijde tussen heiligbeen en bekkenhelften en een symfyse aan de voorzijde tussen de bekkenhelften.
Het bekken vormt het kruispunt in het overbrengen van krachten tussen romp en benen. Hiervoor moet het bekken stabiel zijn, dus niet te beweeglijk. Een aantal factoren zorgen voor stabiliteit: de vorm van het gewricht, de stevigheid van de banden en het kapsel, de spieren rondom bekken en lage rug, de buikdruk en de neuromotorische controle.(het aansturen van een beweging). Instabiliteit kan verschillende oorzaken hebben zoals: verminderde kracht en coördinatie in spieren en een niet optimale spanning in de banden. Die instabiliteit kan op verschillende manieren gecompenseerd worden en dit kan allerlei klachten geven. Door buik- en rompspieren te (over)belasten, door het vastzetten van de ademhaling / te persen of door het continu aanspannen van de bekkenbodem kunnen pijnklachten ontstaan. Dit laatste kan bekkenbodemklachten geven zoals urine-incontinentie, plasproblemen en seksuele problemen.

De bekkenbodem

De bekkenbodemspieren zijn een groep spieren die als een hangmatje onder in de buik zijn gespannen tussen het schaambeen en het heiligbeen.
Behalve het ondersteunen van de bovengenoemde organen, zorgen de bekkenbodemspieren er voor dat men urine, ontlasting en windjes op kan houden maar ook te kunnen plassen, ontlasten en windjes te laten wanneer men dat wil. De bekkenbodemspieren zijn ook erg belangrijk bij de seksualiteit bv. door goed te ontspannen tijdens het vrijen.

De bekkenbodem in de zwangerschap

Tijdens de zwangerschap wordt het bindweefsel o.i.v hormonen zwakker. De steunfunctie en soms ook de sluitfunctie van de bekkenbodem zijn verminderd. Dit proces is normaal en heeft een reden. Door deze hormonale veranderingen en door de toegenomen buikomvang nemen ook de buikspieren in kracht af. Daarnaast drukken de baarmoeder en het nog ongeboren kind op de bekkenbodem. Dit alles geeft een enorme belasting op de bekkenbodem. Aandacht voor een goede rust/belasting verhouding is van groot belang om klachten te voorkomen.

De bekkenbodem tijdens de bevalling

Dan is er nog de factor van de bevalling. Het is afhankelijk van de soort bevalling of deze nog een negatieve invloed heeft op de bekkenbodem. Denk hierbij aan een knip, een vacuüm een tangverlossing, een langdurige uitdrijving e.d.

De bekkenbodem na de bevalling

Door de belasting van de zwangerschap, de hormonale relaxatie van de bekkenbodemmusculatuur, de druk van de baby op de bekkenbodem heeft de bekkenbodem al heel wat te verduren tijdens de zwangerschap. Direct na de bevalling is de druk van het ongeboren kind op het bekkenbodemgebied wel weg, maar het duurt nog wel even voordat de stevigheid van het steunweefsel en de spierfunctie van bekkenbodem en buik zich hersteld hebben
Dit herstellen kost tijd, minimaal 6-8 weken bij een normale ongecompliceerde bevalling. Wanneer er sprake is geweest van langdurig persen, kunstverlossing, hoog geboortegewicht, fors inscheuren of knippen, kan het herstel langer duren.

Advies

De eerste 6-8 weken moet je rustig aan doen en tillen zoveel mogelijk vermijden, er mag niet teveel druk op de bekkenbodem komen te staan. Stem de belasting af op de belastbaarheid.

Belasting en belastbaarheid

Belasting en belastbaarheid moeten in evenwicht zijn. Een verstoring kan zowel een te zware belasting als een verminderde belastbaarheid zijn. Een instabiel bekken, maar ook de zwangerschap op zich, geeft een verminderde belastbaarheid. Belangrijk is dan ook te werken aan beide. Belasting verminderen: wissel belasten en rust af, neem regelmatig een rustpauze (liggen), maak de werkdagen korter, beperk zware belasting. Belastbaarheid vergroten: blijf bewegen binnen je mogelijkheden.

De klachten

• pijn in en rondom bekken en lage rug;
• urineverlies;
• heftige drang om te plassen;
• vaak kleine beetjes moeten plassen;
• moeilijk kunnen (uit)plassen;
• obstipatie;
• verlies van windjes;
• verlies van ontlasting;
• pijn bij vrijen;
• pijn in de onderbuik;
• zwaar gevoel in schede.
Als u een van de bovenstaande klachten heeft tijdens de zwangerschap of 6-8 weken na de bevalling verdient het aanbeveling om hier iets aan te doen. Bekkenfysiotherapeuten kunnen met eenvoudige middelen en adviezen uw klachten verminderen of verhelpen.

Vragen?

Neemt u gerust contact op bij vragen. Wij staan u graag te woord.